HEEMSKERK: WO IST DER BAHNHOF?

< vorig | volgend > | home ^ | print


HET VINDEN VAN station Heemskerk blijkt voor mensen van buiten de gemeente nog niet zo eenvoudig. Het station ligt aan het einde van een ruime, doodlopende wijkontsluitingsweg, ver van de dorpskern en de laatste bushalte, verscholen achter supermarkt De Wit. Hoewel dit station uitstekende directe verbindingen met Haarlem en Amsterdam heeft, lijken de treinperrons op het eerste gezicht nog het meest op de laadperrons van de er voor gelegen supermarkt. Het station straalt geen grote status uit en daar lijkt voorlopig geen verandering in te komen, gezien het feit dat verzuimd is het station aan te sluiten op de nieuwe woonwijk die pal aan de spoorlijn wordt gebouwd en waar 8000 potentiële treinreizigers gaan wonen. Bureau Venhuizen onderzoekt waar station Heemskerk haar huidige status aan te danken heeft en stuit op een opeenstapeling van schijnbare toevalligheden.

download pdf (2,2 Mb)



Op de gemeentelijke plattegrond van Heemskerk in 1950 valt op dat de spoorlijn met een grote boog om de oude dorpskern heen draait. Vanaf de jaren vijftig groeit de gemeente echter snel naar de spoorlijn toe. Heemskerk begint met uitbreiden door aan te sluiten op de uitbreidingen aan het spoor van de buurgemeente Beverwijk. Er ontstaat een leegte tussen de oude kern van Heemskerk en de nieuwe uitbreidingen die in de jaren zeventig en tachtig wordt opgevuld. Door het bouwen aan de spoorlijn ontstaat er aanleiding om de nieuwe wijk door middel van een station aan het spoorwegennet aan te sluiten. In 1969 wordt het station gebouwd volgens de dan geldende trend van het zogenaamde combistation, waarin verschillende functies worden gecombineerd. Het station gaat deel uitmaken van een nieuw te bouwen supermarkt en de NS krijgt een hoekje van het gebouw ter beschikking als loket. Het station wordt ontsloten door de Euratomsingel, een vierbaans wijkontsluitingsweg die, tot op Beverwijks grondgebied als doorgetrokken weg parallel aan het spoor, deel uit moet gaan maken van de hoofdontsluiting van de wijk. Door protesten van Beverwijkse kant is de weg nooit doorgetrokken en loopt ze sinds 1965 dood op de gemeentegrens net achter het station.

Vanwege de afgezonderde ligging van het station is in de afgelopen decennia gezocht naar mogelijkheden om het gebruik en daarmee de status van het station te verbeteren. Zo zijn er plannen voor het bouwen van een fietsenstalling met werkplaats, het doortrekken van de Euratomsingel, het hergebruiken van de niet gebruikte parkeerplaatsen, het plaatsen van een bloemenkiosk en snackkar en het bouwen van kantoren. Om uiteenlopende redenen heeft geen van deze initiatieven het uiteindelijk gered. Ook bij de stedelijke vernieuwing van de Lessestraat in 2004 wordt de stationsomgeving vooralsnog niet betrokken. De ultieme kans voor het station om zich een centrale plek in Heemskerk te veroveren ontstaat in 1991, als de Broekpolder, aan de overkant van het spoor gelegen, wordt aangewezen als uitbreidingslocatie van Heemskerk en Beverwijk. Plotseling ligt het station niet meer aan de rand van de bebouwing maar er middenin, op de plek waar de nieuwe wijk op de bestaande bebouwing kan worden aangesloten. Het station kan een knooppunt worden van vele soorten vervoer, dé vestigingsplaats voor winkels en kantoren. In één klap zou het station hét centrum kunnen worden van een stedelijk gebied en daarmee haar zieltogende status voorgoed achter zich kunnen laten.



Van de enorme potentie van het station is in de planvorming rond de Broekpolder uiteindelijk helemaal niets terechtgekomen. Sterker nog, door het volledig ontbreken van een aansluiting met het nieuwe stedelijke gebied wordt het station alleen maar bevestigd in haar isolement. Tijdens het maken van de plannen wordt wel gestudeerd op de mogelijkheid om nieuwe winkelvoorzieningen rondom het station te realiseren om te voorzien in de behoefte van de toekomstige bewoners van de Broekpolder. Er is echter gekozen voor een winkelcentrum middenin de nieuwe wijk om de bestaande winkelvoorzieningen aan het Europaplein geen concurrentie aan te doen. Als kantorenlocatie is de stationsomgeving al eerder buiten beeld geraakt. En de in het oorspronkelijke plan van Broekpolder opgenomen realisering van woon-werkpanden langs de spoorlijn wordt in de planvorming vervangen door gunstiger in de woningmarkt liggende huizen.

De verkeersontsluitingsstudies van de nieuwe wijk zijn een verhaal apart en blijken bijzonder complexe materie. Er worden in 1994 minstens 15 modellen gemaakt met verschillende ontsluitingsvarianten. Veel modellen zijn gunstig voor het station, zoals het doortrekken van de Euratomsingel zoals oorspronkelijk beoogd, een (ongelijkvloerse) overgang bij het station en goede ontsluiting aan de Broekpolderkant. Onder invloed van diverse factoren - archeologische vindplaatsen, vooral door bewoners nauwlettend in de gaten gehouden verkeersintensiteit op bestaande wegen, angst voor sluiprouteverkeer tussen snelweg en bestaande bebouwing - wordt uiteindelijk een verkeersschema vastgesteld dat nauwelijks rekening houdt met het station. Dit schema wordt in 1997 vastgelegd in het Stedenbouwkundig Programma van Eisen. In deze basis voor het stedenbouwkundig plan wordt het belang van het station wél erkend voor het terugdringen van de automobiliteit, mede door het verhogen van de frequentie van de treinen tot 4 per uur. Het station wordt gevierd als toekomstig knooppunt in een fietssnelwegennet tussen Heemskerk en Broekpolder, maar wordt daarvoor in het verkeersschema niet beloond.



Ook in het verdere verloop van het planningsproces wordt het belang van het station vooral met de mond beleden. In opeenvolgend het bidbook van het bouwconsortium in 1997 (synergie tussen verschillende elementen station, park en winkels realiseren), het Beeldkwaliteitsplan van 1998 (het stationsgebied maakt deel uit van het centrumgebied van de Broekpolder, dat langzaamverkeerroutes met elkaar verbindt) en het bestemmingsplan Broekpolder 1999 (voor openbaar vervoer moet een goede route van en naar het station vanaf vele locaties in de wijk gegarandeerd worden) wordt het belang van het stationsgebied onderstreept. In de planvorming blijft slechts een gelijkvloerse verbinding over die vanwege de verwachte vergroting van de treinfrequentie niet mag worden gerealiseerd. Het grotere treinaanbod wordt daardoor mede schuldig aan de onbereikbaarheid van het station vanuit de Broekpolder. Voor de ontsluiting van de nieuwe wijk worden wel drie tunnels gebouwd, maar allemaal op ruime afstand van het station. Het verkeer gaat met een grote boog om het station heen. Dit geldt ook voor het langzaam verkeer. De meeste treinreizigers komen te voet of met de fiets maar zelfs voor hen is het station onbereikbaar. Vanuit de nieuwe wijk bezien ligt het station op een eiland. Alsof alleen autorijders de huizen in de Broekpolder bewonen.



Zo'n honderd jaar lang liep de spoorlijn met een grote boog om Heemskerk heen en liet het dorp links liggen. Nu de spoorlijn door de bebouwing van Heemskerk inmiddels volledig is opgeslokt, is het op zijn beurt het dorp dat het spoor links laat liggen en gaat de planvorming er met een grote boog omheen. In 2004, ruim tien jaar na het aanwijzen van de Broekpolder als uitbreidingslocatie, ligt het Heemskerkse station er nog steeds geïsoleerd bij. Aan de kant van de bestaande bebouwing verscholen achter de supermarkt aan het einde van een doodlopende weg, aan de Broekpolderkant slechts met gevaar voor een nat pak te bereiken over een achteloos over de spoorsloot geworpen plank. Inmiddels wordt wel gewerkt aan een aansluiting met de Broekpolder via een provisorische toegang tot het perron. Misschien komt er met deze toegang een einde aan de reeks gemiste kansen om het station een nieuwe status te geven en krijgt 'de Ladder', het deel van de Broekpolder dat aan de spoorlijn grenst, niet alleen de uitstraling van een negentiende eeuwse stationsomgeving, zoals te lezen is in het stedenbouwkundig plan, maar profiteert het ook van de levendigheid die hoort bij een station in de eenentwintigste eeuw.


< vorig | volgend > | home ^ | print


Het onderzoek Heemskerk; Wo is der Bahnhof? vond van juni 2004 tot en met januari 2005 plaats in opdracht van de Adviescommissie Beeldende Kunst Broekpolder in Heemskerk.

Conceptmanagement
Hans Venhuizen, Isabel van der Zande